Opleiden van professionals met een stevig anker en kompas

Aangepast overgenomen uit: Leren(d) innoveren naar zinvol en betekenisvol onderwijs in het hbo door M. Kaijen, 2020, Meppel: Ten Brink Uitgevers.

Als opleiding in het hoger beroepsonderwijs is het belangrijk om goed voor ogen te houden waarnaartoe je opleidt, wat studenten moeten leren en hoe je opleidt. Doordat de samenleving verandert, verandert ook het perspectief hierop. Het is belangrijk dat een opleiding goed zicht heeft op welke kennis, vaardigheden en attitudes belangrijk zijn om goed voorbereid te zijn op het werken en leren in de beroepspraktijk en dat er tegelijkertijd goed zicht is op de wijze van opleiden vanuit visie op onderwijs, leren en toetsing (Sluijsmans, 2013; Visscher-Voerman, 2018). Opleiding worden nog te vaak opgebouwd vanuit het perspectief van de zittende docenten. Hoorcolleges worden gegeven en toetsen worden afgenomen omdat nu eenmaal hij of zij daarvan is. Soms is het niet eens meer goed te achterhalen waarom iets wel of niet in het onderwijs aanwezig is. De docenten bepalen daarmee wat zij zinvol vinden voor de studenten. Te veel zinvolheid in opleidingen waarbij geregeld de relatie naar het waarnaartoe niet helder is heeft effect op het leergedrag van studenten. Dit uit zich in ongemotiveerdheid of oppervlakkig leergedrag als ‘leren voor de toets’.

Herijking van de visie op professionaliteit

De veranderende maatschappij vraagt om een herijking van de visie op professionaliteit. Voorheen lag de focus op het opleiden van goede vakbekwame mensen die hun beroep uitoefenen. Een vakinhoudelijk en deskundig expert die een probleem oppakt volgens de geldende richtlijnen, protocollen en kennis. Als we kijken naar de samenleving van nu en alle ontwikkelingen die er aan de orde zijn, dan wordt er een ander type professionaliteit gevraagd. Dit komt omdat de samenleving steeds complexer is geworden. De vraagstukken zelf zijn complexer evenals de omgeving waarin die zich afspelen. Denk bijvoorbeeld aan vraagstukken op het vlak van gezondheid en welzijn, klimaat of armoede. Veel van die vraagstukken vragen dat meerdere disciplines tegelijk zich bezighouden met het vraagstuk en dat professionals met een grote mate van zelfstandigheid aan het werk zijn. Professionals die adequaat handelen door op het juiste moment, gebaseerd op kennis, vaardigheden, attitudes en ervaringen te doorzien en te begrijpen wat er aan de hand is en daarop in te spelen. Professionaliteit is daarmee nu veel meer het vermogen om samenhang, overzicht en inzicht aan te brengen in complexe en dynamische vraagstukken. Professionals van nu en de toekomst zijn wendbare professionals. Je kunt echter pas wendbaar zijn als je ook een stevig anker hebt en een stevig kompas. Professionaliteit kenmerkt zich daarmee door samenhang tussen: professionele vakbekwaamheid, professioneel vermogen en een professionele identiteit (Ruijters, 2021; Ruijters (Red.), 2015; Sluijsman, 2013; Van Bodegom, 2017; Van Ewijk & Kunneman, 2013; Visscher-Voermans, 2018 ) .

Professionele vakbekwaamheid: dit vormt de basis van het professionele handelen. Het gaat hierbij om de kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om het werk te kunnen doen. Dit vraagt niet alleen om kennis, vaardigheden en attitudes binnen het domein, maar ook daarbuiten. Het belang van professionele vakbekwaamheid blijft onverminderd belangrijk. De maatschappij vraagt om professionals met een uitstekende kennisbasis. Zonder deze kennis is er tenslotte weinig inzicht en samenhang aan te brengen of is de samenwerking en communicatie zonder inhoud. Het ontwikkelen van professionele vakbekwaamheid is zowel gericht op beheersing als wendbaar gebruik. Studenten verwerven daarmee kennis en vaardigheden die ze later flexibel kunnen hanteren in uiteenlopende bekende en onbekende situaties. Hierbij is het ook belangrijk dat studenten de vaardigheid ontwikkelen om de beschikbare informatie op waarde en relevantie te kunnen schatten en hoe ze continue nieuwe kennis en vaardigheden eigen kunnen maken (De commissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen, 2016; Ebbens & Ettekoven, 2013; Visscher- Voerman, 2018).

Professioneel vermogen: dit bevat een combinatie van verschillende elementen: het innovatief, ondernemend, onderzoekend, samenwerkend en lerend vermogen. Het zijn domein overstijgende vaardigheden en worden ook wel de 21ste -eeuwse vaardigheden genoemd. Deze brede vaardigheden zorgen ervoor dat professionals snel kunnen schakelen, om kunnen gaan met onzekerheden en met complexiteit in een hoge mate van zelfstandigheid. Professionals met een sterk ontwikkeld professioneel vermogen presteren ook beter op de uitvoer van hun professionele vakbekwaamheid (Noordegraaf, Van Loon, Heerema & Weggemans, 2015). Er zal een steeds groter en zwaarder beroep gedaan worden op deze vaardigheden en geeft daarmee de noodzaak aan om deze vaardigheden expliciet aandacht te geven in het onderwijs (Losse, 2016; Visscher- Voerman, 2018).

Figuur 1: 21ste eeuwse vaardigheden. Opmerking. Overgenomen uit 21ste -eeuwse vaardigheden van SLO, 2019, (https://www.slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/)

 Professionele identiteit: onze identiteit is in belangrijke mate ons kompas. Dit betekent dat het belangrijk is dat de student zichzelf als persoon en als professional goed leert kennen. Deze professional weet waarvan hij wel en waarvan hij niet is. Er ontstaat een goed inzicht in de rol binnen de context van de beroepsgroep waartoe hij behoort. In de professionele identiteit komen kennis, vaardigheden en attitude samen. Dan wordt zichtbaar hoe de student zich verhoudt tot andere professionals. Het belang van het ontwikkelen van een professionele identiteit wordt onderstreept doordat het ondersteunt in het omgaan met rolverschuivingen en verschuivingen in de werkomgeving. Het is daarbij belangrijk dat studenten ontdekken dat een professionele identiteit niet iets vastomlijnd of statisch is, maar dat het zich blijvend zal ontwikkelen. Een professionele identiteit gaat ook over persoonlijke authenticiteit in de beroepsuitoefening. Een krachtige professionele identiteit draagt bij om vanuit zelfzekerheid na te denken over de toegevoegde waarde, rol en positie in combinatie met de eigen persoonlijkheid. Het draagt bij aan veerkracht en zelfsturing om de eigen koers te kunnen varen in een veranderende omgeving. Opbrengsten van een krachtige professionele identiteit zijn kwaliteiten als wendbaarheid, samenwerking en zelfsturing professionele identiteit. Een professionele identiteit ontwikkelen wordt vergemakkelijkt als er sprake is van een sterke beroepsidentiteit. Dit geeft het anker omdat er houvast ontstaat in het beroepsframe. Een frame dat een beroepsbeeld geeft waaraan je je kunt spiegelen en waartoe je, je kunt verhouden (Ruijters, 2021; Ruijters (Red.), 2015; Visscher-Voerman, 2018). 

 

Zinvol en betekenisvol beroepsonderwijs

Het onderwijs moet het mogelijk maken dat de toekomstige professional ook deze professionaliteit kan ontwikkelen. Dit vraagt dat studenten de ruimte krijgen om diep en duurzaam te leren in het onderwijs. Diep leren ontstaat als er begrip, inzicht en beleving ontwikkeld wordt ten aanzien van de onderliggende theorieën, concepten en vaardigheden die nodig zijn voor de beroepsuitoefening. De student dringt door tot de essentie van de theoretische informatie en de praktische vaardigheden. Hij is in staat om deze in onderlinge relatie met elkaar te zien. Zo ontwikkelt hij inzicht in zijn vakgebied. Bij duurzaam leren gaat het over de verankering van het geleerde in het langetermijngeheugen. Het geleerde kan vervolgens wendbaar worden toegepast in uiteenlopende praktijksituaties (Ebbens & Ettekoven, 2013; Van Emst, 2008; Vreugdenhil 2014). Het mogelijk maken van diep en duurzaam leren vraagt daarmee om een balans in het onderwijs tussen zinvolheid en betekenisvolheid. Zinvol gaat over wat als noodzakelijk wordt gezien voor de ontwikkeling tot professional. Dit vertaalt zich vanuit de maatschappij en beroep naar zinvolle leerinhouden. Met deze zinvolle leerinhouden zorgen we in het beroepsonderwijs ervoor dat de kwaliteit van de opleiding wordt geborgd. Het vraagt dat wij als docenten continu die zinvolle kant herijken in relatie tot wat er in de buitenwereld speelt. Wat voor het docententeam als zinvol wordt gezien is niet altijd direct betekenisvol voor de student. De student zelf bepaalt daarbij wat betekenisvol is. Wat is boeiend of interessant, wat is spannend of uitdagend, waar heeft hij wat aan en kan hij gebruiken of toepassen? Deze betekenisvolheid is belangrijk zodat studenten autonomie krijgen en ervaren in het vormgeven van het leerproces. Zonder autonomie is het lastig om eigen regie te kunnen nemen en zelfsturing te ontwikkelen. Te veel zinvolheid leidt tot ongemotiveerdheid, maar te veel betekenisvolheid leidt tot vrijblijvendheid (van Emst, 2008; Platform Onderwijs2032, 2016).

Het continue herijken van de balans tussen zinvol en betekenisvol draagt bij aan samenhang tussen waarnaartoe leiden we op, wat moeten onze studenten dan kennen en kunnen en hoe leren zij dat diep en duurzaam?

Bronnen

De Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen (2016). Anders kijken, anders leren, anders  doen. Grens overstijgend leren en opleiden in zorg en welzijn in het digitale tijdperk. Diemen:        Zorginstituut Nederland.

Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Actief leren. Bronnenboek (3e druk). Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers.

Kaijen, M. (2020: Leren(d) innoveren. Naar zinvol en betekenisvol onderwijs in het hbo. Meppel: Ten Brink Uitgevers.

Losse, M. (2016) De relevantie van onderzoekend vermogen. Thema Hoger onderwijs, 2016 (1), 57  -62.

Noordegraaf, M., Van Loon, N., Heerema, M.,  & Weggemans, M. (2015). Professioneel vermogen in het primair onderwijs. Over hoe leerkrachten betekenisvolle en vitale bijdragen (kunnen) leveren aan onderwijskwaliteit. Utrecht: Universiteit Utrecht, Departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap.

Platform onderwijs 2032 (2016). Ons onderwijs2032. Eindadvies. Den Haag: Bureau platform Onderwijs 2032.

Ruijters, M. C. P. (2021). Manifest voor de beroepsidentiteit. Over de achterkant van flexibiliseren. Geraadpleegd op 20 juni 2021, van Manifest-voor-de-beroepsidentiteit.pdf (goodworkcompany.nl)

Ruijters, M. C. P. (Red). (2015). Je Binnenste Buiten. Over professionele identiteit in organisaties. Vakmedianet: Deventer.

SLO. (2019). 21ste eeuwse vaardigheden. Geraadpleegd op 10 januari 2020, van https://www.slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/

Sluijsmans, D. (2013). Verankerd in leren. Vijf bouwstenen voor professioneel beoordelen in het hoger beroepsonderwijs. Heerlen: Zuyd Onderzoek Lectoraat Professioneel Beoordelen

Van Bodegom, B. V. (2017). Verbale pralines. Ambiguïteit in verhalen over professioneel handelen  van ergotherapeuten in een weerbarstige samenleving (Doctoral dissertation).

Van Emst, A. (2008). Vuistregels voor diep en duurzaam leren. Utrecht: APS.

Van Ewijk, H., & Kunneman, H. (Red). (2013). Praktijken van normatieve professionalisering.  Amsterdam: Uitgeverij                SWP.

Vreugdenhil, K. (2014). Breinkennis voor opvoeding en onderwijs. Groningen/ Houten: Noordhoff  Uitgevers.

Visscher-Voerman, J. I. (2018). perspectieven op curriculuminnovatie in het hoger onderwijs. Deventer: Saxion Hogeschool.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *